A RESEARCH MIND IS A JOY FOREVER

In de 36 jaar dat ik betaald arbeid verricht, valt ruim de helft van mijn woon-werktraject samen met een deel van het Pieterpad. Weer of geen weer, wekelijks passeren wandelaars en ik elkaar. Soms ben ik jaloers, dan zou ik met ze willen ruilen en een dag in de lentezon lopen. Maar even zo vaak denk ik, ‘nou laat mij maar lekker werken vandaag.’

Vroeger zag ik ze tussen Wierumerschouw en Paddenpoel. Dan hadden ze er al een stuk opzitten tussen Winsum en Groningen. De picknickbanken zoals die bij de Wetsingersluis zijn een dankbare rustplek. Nu zie ik ze ’s morgens tussen Groningen en Haren en zijn ze nog maar net gestart. Te vroeg voor een pauze.

Deze korte ontmoetingen hebben me een beeld gegeven van de grondpatronen van pieterpadwandelaars. De sololopers zijn vrijwel altijd mannen. Buitenmannen, lees ik af aan hun outfit die duidelijk veel wordt gebruikt. Blik een beetje naar binnen, maar ze knikken wel vriendelijk terug. Als het kleine groepjes of duo’s zijn, dan gaat het meestal om vrouwen. Druk pratend, stevig de pas erin. Gemiddelde leeftijd 50+, waarbij de dochters in de moeder-dochterduo’s het gemiddelde aardig naar beneden halen.

De gemiddelde wandelaar is niet alleen ouder, maar ook bovenmodaler dan de gemiddelde Nederlander. Stevige wandelschoenen (denk Lowa of Meindl), een mooie katoenen broek (Fjällräven, Northface), een degelijke  jas (Patagonia) en een kekke designerbril op de neus. Nee, zo zien ze er niet allemaal uit natuurlijk. De helft ongeveer.

De meeste wandelaars lopen twee aan twee. Is het daarom dat er minder oneven groepjes zijn? De viertallen zijn meestal echtparen. Ik zou ‘stellen’ kunnen zeggen, maar gezien hun gemiddelde leeftijd vind ik de eerste term passender. De twee vrouwen lopen meestal voorop. Boekje in de hand, rugzak met een thermoskannetje – de dop is zichtbaar – en vermoedelijk zitten er ook broodjes, koek en fruit in de tas. De wandelgids met vooruitziende blik alvast in een waterdicht hoesje.   Ze zijn blijkbaar de leiders: ze bepalen het tempo, zorgen voor de faciliteiten en zijn op alles voorbereid. De mannen vertrouwen hen zo te zien in deze rol, want ze lopen er ontspannen kletsend achteraan.

De echte leiders van het Pieterpad zijn ook al vrouwen: Toos Goorhuis-Tjalsma en Bertje Jens. Zij hebben in de jaren-70 van de vorige eeuw de route bedacht, gelopen en op papier gezet. Hun missie: een mooie lange wandelroute in eigen land. Daar zijn ze behoorlijk in geslaagd. Ze inspireren en faciliteren al jaren duizenden wandelaars die een of meer etappes door Nederland lopen. Dat kun je met recht leiderschap noemen toch?

Even een zijpad – nee! hoor ik u roepen, daar staat een kruis doorheen – ik doe het toch: hoort u bij de mensen die een route in tijd willen weten of in kilometers (blauwe route 1,5 uur of rode route 17 kilometer)? En waarom heeft u de voorkeur voor het een of het ander? Nieuwsgierigheid is een fijne eigenschap. Elke keer als ik iets nieuws leer, krijgt mijn brein en dosis dopamine. Het is waar, a research mind is a joy forever.

Tot slot een bijzondere wandelaar die me iets toonde waar ik al jaren naar keek, zonder het te zien. Deze man had twee tubes en twee kwastjes in zijn hand. Bij een lantarenpaal stopte hij en werkte de bekende rood-witte routeaanwijzing bij. Nog nooit eerder had ik erbij stilgestaan dat iemand de route heeft gemarkeerd. Het hele stuk, bijna 500 kilometer. Hoeveel paaltjes, hekken, bomen dragen dit teken? Allemaal handmatig erop gezet en regelmatig bijgewerkt. Met zijn rood-witte informatie zorgt hij voor richting en veiligheid. Zijn volgers zullen niet verdwalen. De tube-man is de meest onzichtbare leider die ik ken.