De onderzoeksactiviteiten gingen twee weken op pauze, want het was vakantie. Dat betekent voor mij, naast gezellige sociale dingen, vooral puzzelen, lezen en af en toe een goede serie of film kijken. En hoe ik ook probeer vakantie te houden, ik kom overal leiderschap tegen. Het is een beetje als zwanger zijn of rijlessen nemen. Je ziet ineens overal bolle buiken en een op de tien auto’s lijkt er een met een blauwe L op het dak. Dit selectief waarnemen heeft niet zomaar twee weken vrij.
Deze vakantie las ik onder andere Mijn verhaal. Becoming Michelle Obama. Een ambitieuze topadvocaat, alumnus van Harvard en Princeton, die haar baan bij een prestigieus kantoor inruilt voor een functie bij de lokale overheid. Daarmee halveert haar salaris, maar haar mogelijkheden om het verschil te maken verdubbelen. Wat een drive heeft ze om zich voor de arme en zwarte gemeenschap in te zetten. En later zit ze in het Witte Huis. Een FLOTUS, first lady of the United States, heeft geen formele rol, positie, functie of taak. Je hoeft alleen maar getrouwd te zijn met de president. Maar dan moet je net Michelle hebben. Ze weet heel goed wat ze wil veranderen, welke zaken haar aan het hart gaan: gezondheid en scholing van kinderen. Dus brengt ze mensen bij elkaar, zoekt de pers op, gaat het land in, gaat praten en luisteren. Acht jaar lang een uitputtingsslag. En dan de frustratie dat haar jurk wel de krant haalt maar haar speech over jonge meiden die die een buurt helpen verbeteren niet. En steeds weer die vraag: Ben ik goed genoeg? Doe ik het goed genoeg?
Michelle schrijft ook over haar ontmoetingen met queen Elisabeth. De vorstin is vooral verbaasd over Michelles lengte. Die steekt op hakken zo’n 40 centimeter boven haar uit. Michelle bewondert Elisabeth om haar onverstoorbaarheid en om haar vaardigheid in het voeren van korte gesprekjes met handige vragen, waardoor je aandacht geeft en toch het protocol niet in de war raakt.
Over de Britse vorstin zag ik eerder twee seizoenen van The Crown op Netflix, met Claire Foy in de rol van de jonge koningin. Ik kwam tot de onthutsende conclusie dat Elisabeth in feite een laaggeschoolde vrouw is. Geen middelbare school maar privélessen over staatsinrichting, dat was het wel zo’n beetje. En dan moest ze het als jonge vrouw opnemen tegen een zwaargewicht als Winston Churchill. Mijn favoriete scène is die waarin ze de prime minister op het matje roept omdat hij belangrijke informatie over zijn gezondheid heeft achtergehouden. Ze wil weten waarom en zegt dan: “I would ask you to consider your response in light of the respect that my rank and my office deserve, not that which my age and gender might suggest.” Pats. Hij is met stomheid geslagen.
De rol van een koningin in een constitutionele monarchie heeft zeker overeenkomsten met die van een FLOTUS. Hoewel de eerste wel een formele positie heeft, hebben ze beiden vrijwel geen macht, geen heldere taak- of doelstelling. Ze worstelen dan ook met hun rol. Wat willen en kunnen ze bereiken? Wat wordt er van hen verwacht? Hoe blijven ze zichzelf ondanks een volle agenda en de eenzaamheid van de spotlights? Ze worden geleefd, meedogenloos bekritiseerd, en als vrouw en moeder moeten ze aan nog meer verwachtingen voldoen dan anderen in een vergelijkbare positie. Maar wat een drive en wat een verantwoordelijkheidsgevoel. Zo loyaal aan hun partner, aan hun land en aan het ambt.
Kunnen leiders op de werkvloer iets van deze vrouwen leren? Ja zeker. De rol van een leidinggevende is ook niet altijd even helder. Zeker niet als de volgers professionals zijn of in teams werken die redelijk zelfstandig opereren. Dan kan de twijfel toeslaan. Doe ik het wel goed genoeg? Wat wordt er van mij verwacht? Iedereen zou moeten nadenken over de invulling van zijn of haar rol. Stel jezelf de vraag wat jouw toegevoegde waarde is. Waar je het verschil kunt maken. En hoe je dat het beste kunt doen. De rol van een leider krijg je niet op een presenteerblaadje en die onzekerheid maakt dat leiders soms te veel doen.
De twee vrouwen reflecteren regelmatig en zoeken sparringpartners op. Dat helpt om zicht te krijgen op de waarden die je belangrijk vindt en op zaken waar je goed in bent. Dan kun je daarna aan de slag met de vervolgvragen. Hoe breng ik mijn passie voor het vak of voor de klant over? Waar moet ik aandacht aan besteden? Wie kan ik erbij betrekken? En soms ook: hoe houd ik het kort, zodat ik het proces niet ophoud.
leuk weer om te lezen, Thecla!!
hartelijke groet,
Rob
Ha Thecla, met belangstelling (eindelijk) je website een keer geopend en (delen uit) je blog gelezen. Met veel plezier!
Niet direct als reactie op je blog ‘En dan zie je over leiderschap’, maar naar aanleiding daarvan een gedachte die bij me opkwam.
Het woord ‘leidinggevende’ intrigeert me. Hoe meer ik erover nadenk of ‘speel’ met het woord leidinggevende, hoe meer ik me erover verwonder. Hoe vaak is een leiding-gevende niet eigenlijk een leiding-nemende?
Natuurlijk, een leidinggevende ‘geeft leiding aan’ iemand, aan een groep, een team, een organisatie, vul maar in. Maar tegelijk neemt die leidinggevende de leiding en zou dus net zo goed of beter leidingnemende genoemd kunnen worden. Misschien is het ‘nemende’ wel meer belangrijk dan het ‘gevende’. Apart hè?
Zou ‘leidinggevende’ feitelijk niet een contradictio in terminis kunnen zijn, omdat de leider feitelijk de leiding neemt?
Natuurlijk begrijp ik wel dat met leiding geven in het algemeen ‘leiding geven aan’ wordt bedoeld, maar tegelijk neemt diegene ook de leiding, zoals ik in de praktijk ook vaak heb ervaren. Als we dus verder puzzelen over dit woord, wat zou dan de meest logische implicatie zijn van het begrip ‘leiding geven’? Wie krijgt dan die leiding? Wat geeft een leidinggevende dan eigenlijk?
Ik puzzel nog wel even verder….
Hoi Frank,
Wat is taal toch een mooi instrument hè? In het boek Leiderschap in ontwikkeling schrijf ik het volgende:
In de Nederlandse taal is er met leiderschap iets bijzonders aan de hand. Een leider kan de leiding nemen. En hij kan leiding geven. Het kan zelfs zo zijn dat iemand in een groep de leiding krijgt en daarmee de leider wordt. Zowel het nemen als het geven van leiding hoort bij de leider. Voor de volger gebruiken we de lijdende vorm: aan hem wordt leiding gegeven of hij wordt geleid. Hij kan eventueel leiding krijgen, maar niet de leiding. Want de leiding krijgt alleen de leider.
Degene die leiding geeft, houdt dus de leiding. You can have your cake and eat it 🙂
Groet,
Thecla