Laat ze breien is een van mijn favoriete liedjes van Annie M.G. Schmidt, uit Ja Zuster nee zuster. Je kunt mij met een bol wol en een paar pennen dan ook heel blij maken. En die passie deel ik met Tineke Abma, zo leerde ik tijdens een studiedag over participatief handelingsonderzoek, georganiseerd door de RUG. Abma* is een internationaal expert op dit gebied. Ze liet een breiwerk zien waaraan alle sprekers die ze tegenkomt op internationale conferenties een stukje meebreien. Ook diegenen die nog nooit zoiets in handen hebben gehad. Dat wordt dus een rommeltje. Dit breiwerk staat model voor de messy data die handelingsonderzoek oplevert. Geen keurige vragenlijsten, maar een samenraapsel van interviews, foto’s, observaties, gesprekken, aantekeningen enzovoorts.
Nou, ik kan inmiddels zeggen dat niet alleen veldwerk messy data oplevert. Bij literatuuronderzoek is het net zo. Ik werk aan een zogeheten literature review en ook dat levert heel wat draadjes en losse eindjes op, zonder dat er sprake is van een helder patroon. Alleen al in mijn vakgebied zijn er tientallen databases, honderden tijdschriften en ontelbaar veel artikelen. Allemaal snippertjes van een groter verhaal. Het is dan een verademing om tussendoor een Heel Boek te lezen, gewoon van kaft tot kaft, een verhaal met een kop en een staart. Van de boeken die ik deze zomer las, wil ik er over twee iets vertellen.
Hoe leiders denken, van Rasmus Hougaard is me aangeraden door een van mijn oud studenten. Hougaard en zijn team introduceren het MSC-leiderschap: Mindfulness, Selflessness (onbaatzuchtigheid) en Compassion. Dit concept is mooi gebouwd op theorieën over universele menselijke behoeften. Aan de hand van voorbeelden en oefeningen kan een leider er zelf mee aan de slag. Gezien die voorbeelden – “Hoe zorg je ervoor dat je ook na twaalf uur te hebben gewerkt in een harde onderhandeling geen belangrijk signaal mist?” – behoor ik duidelijk niet tot de doelgroep. Maar de meeste adviezen en oefeningen in dit boek zijn wel gebaseerd op waarden die me aanspreken: respect, gelijkwaardigheid, je inleven in de ander, hulpvaardigheid, duidelijkheid. De waarde die ook van de bladzijden afspat is die van keihard werken. Steeds weer gaat het over de volle agenda, de stroom e-mails, de vele taken, contacten, opdrachten. Druk-druk-druk als statussymbool. ‘Ga even breien’, denk ik dan.
Aan het tweede boek heb ik nog meer plezier beleefd. Reflexive leadership is geschreven door drie Zweedse onderzoekers. Ze vatten eerst het huidige denken over leiderschap kritisch samen. Er zijn veel definities – daar schreef ik al eerder over – en hun conclusie is dat al het goede, efficiënte, mooie en integere in menselijk handelen onder leiderschap wordt gevat. Ik zou willen dat ik de naam had bedacht die zij geven aan die overvloedige omschrijvingen: obese definities. Het nadeel is dat als je alles opvat als leiderschap, het een leeg begrip wordt. “We hebben meer leiderschap nodig!” Ja, en dan? Wat bedoel je ermee?
Alvesson, Blom en Sveningsson zetten er daarom flink het mes in. Ze onderscheiden zes manieren waarop werk georganiseerd wordt. Drie verticale – leiderschap, management en macht – en drie horizontale – groepswerk, peer netwerk en autonomie. Leiderschap is dus maar één van de zes elementen die een organisatie laten draaien. In hun definitie gaat leiderschap over het beïnvloeden van visies, waarden, identiteit en zingeving, in een asymmetrische relatie. In dit proces is er aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en voor emoties. Dienend leiderschap? De zaken goed ondersteunen is management. Gedeeld leiderschap? Groepswerk. Persoonlijk leiderschap? Autonomie van de professional. Zo. Dat slankt af.
Wat kunnen we met deze wijsheid? Volgens de auteurs gaat het erom te reflecteren op de juiste mix waarin je de zes elementen inzet. Ieder heeft daarin zijn eigen voorkeuren en ervaringen. En zoals psychotherapeut Esther Perel zei in de uitzending van Zomergasten: “Zekerheid is de vijand van verandering.” Als iedereen vol overtuiging vast zit in zijn of haar eigen verhaal, dan verandert er niets. De kunst is om met alle betrokkenen de dialoog aan te gaan over die beelden en ervaringen. Welke verhalen horen voor ons bij management, bij zelfsturing, bij leiderschap? En wat betekent dat voor hoe we het werk organiseren? Wat je als leider kunt doen, is schudden aan heilige huisjes. Zorg voor twijfel. Stel vragen over wat vanzelfsprekend lijkt. Dan kunnen we bewegen naar nieuwe vormen van organiseren. En – dat heb ik dan weer van Hougaard – zorg tegelijk voor veiligheid, zodat mensen ook die verhalen vertellen waarvan ze vrezen dat anderen ze liever niet horen.
Nu maar eens zien hoe ik dit in mijn literature review gebreid krijg. Het liefst in een begrijpelijk patroon. En ook nog een beetje draagbaar. Ik doe mijn best.
* Als je meer wilt weten over participatief handelingsonderzoek dan is het boekje van Abma Responsieve methodologie. Interactief onderzoek in de praktijk, een aanrader.
Een heel goed verhaal Thecla , niet alles is mij helder, logisch toch, maar kenners hebben er vast veel aan, dat hoeft voor je oude moedertje niet meer he?
Het deel over breien vond ik heel interessant, hoe komt iemand op zo’n lumineus idee? Knappe kopjes, denk ik maar.