MONNIKENWERK

Als dochter uit een katholiek nest ben ik met verschillende doopnamen vernoemd naar familieleden, waaronder naar mijn tante Ludgardis die non was. Ik heb me wel eens afgevraagd of mijn ouders daar een diepere bedoeling mee hadden, maar dat kan ik helaas niet meer navragen. Van de bezoekjes aan onze kloostertantes heb ik het beeld over gehouden van lange gangen, een stille gewijde sfeer, wierook en verveling. Het kloosterleven leek me niks. En toch, in deze fase van mijn promotietraject ben ik een soort kloosterling geworden, met een gedisciplineerd dagritme, in afzondering en met toewijding aan één taak: het verwerken en analyseren van een berg data tot een aantal heldere empirische hoofdstukken in het proefschrift. 

De hoeveelheid data die ik voor mijn onderzoek heb verzameld, heeft een respectabele omvang. Alleen al de vierennegentig transcripten beslaan  zo’n achttien pagina’s per stuk. Als ik deze zeventienhonderd geprinte pagina’s A4 in de lengte achter elkaar leg, dan heb je meer dan een halve kilometer. Dat klinkt misschien niet zo spectaculair – eerlijk gezegd viel die afstand me wat tegen, het voelt als van hier tot halverwege de maan – maar als je het moet analyseren dan is het een behoorlijke klus.

Is data enkelvoud of meervoud? Het is vooral veel.

Bij kwantitatief onderzoek betekent een respondent meer of minder nauwelijks extra werk, zeker niet als de vragenlijsten digitaal zijn ingevuld. Dan is het een extra rij in een tabel. Maar ieder interview en ieder groepsgesprek moet eerst getranscribeerd en dan geanalyseerd. Dat uittypen gaat ongeveer één op vier: het uittypen van een opname van één uur duurt ongeveer vier uur. Wat een zegen dat ik ooit mijn typediploma heb gehaald! Tien vingers blind en bijna tweehonderd aanslagen per minuut. Maar transcriberen is slechts stap één. 

Veel mensen zijn bekend met statistische programma’s waarmee je kwantitatieve data kunt analyseren. Van de Nederlandse bevolking is inmiddels 50% hoger opgeleid en een groot deel heeft dus wel eens van SPSS gehoord. Data inlezen, criteria en labels goed zetten, even puzzelen welke variabelen je wilt vergelijken en dan rollen de analyses over het scherm in kant-en-klare tabellen. Dus als ik vertel dat ik het programma Atlas.ti gebruik bij het analyseren van mijn kwalitatieve data dan krijg ik regelmatig de reactie: “Dat is handig, dus dan lees je alles in en dan rollen de resultaten er zo uit!” Eh, nou nee. Was het maar zo’n feest.

Hoe werkt het dan wel? Atlas.ti  is een CAQDAS-programma: computer-assisted qualitative data analysis software. Als de transcripten – of andere documenten – zijn ingelezen, dan begint het werk pas. En eigenlijk lijkt dat gewoon op wat je vroeger deed op papier, met markeerstiften, plakkertjes en kladblaadjes: belangrijke uitspraken markeren, knippen, plakken, nummeren, en op stapeltjes leggen.  

Atlas.ti: superhandig, maar het denkwerk moet je zelf doen.

Wat doet Atlas.ti dan? Nou, eigenlijk is het een reusachtig digitaal werkblad waarop je alle transcripten, aantekeningen, documenten, post-its en theorieën ordelijk kunt uitspreiden.  Met een paar muisklikken kun je uitlichten, sorteren, zoeken en combineren. Je kunt ook in die zeventienhonderd pagina’s alle zinnen of paragrafen opzoeken waar woorden in voorkomen die bij een bepaalde code horen. Die krijg je dan overzichtelijk op een rij. Met een dubbelklik op het citaat spring je naar het hele document, zodat je zo nodig de context van de uitspraak kunt checken. Je kunt ook alle citaten van medewerkers naast die van leidinggevenden zetten en alle uitspraken uit 2016 naast die van 2020. 
Heel handig, maar dan? Ik moet nog steeds zelf kijken welke codes uit de codeboom – die je ook eerst zelf moet ontwikkelen – bij een citaat passen. Vervolgens ga ik combineren, selecteren, filteren en ze koppelen aan theorieën,  onderzoeksvragen of hypotheses. Het is nog steeds het ambacht van de onderzoeker.  Welke patronen zie ik? Welke begrippen worden aan leiderschap gekoppeld? Welke groepen respondenten leggen welke accenten?  Welke helpende en belemmerende patronen komen uit de data naar voren? En hoe hebben deze zich over de jaren ontwikkeld?

Als een monnik werk ik hier gestaag en geconcentreerd aan door en neem af en toe wat afstand door een stuk te wandelen hopend op een (goddelijke?) ingeving. Ja, dit is echt monnikenwerk. En als dit de saaiste blog is geworden van deze website, dan is dat in lijn met mijn hypothese over het kloosterleven. Maar ik weet nu dat het meer is dan dat. Het levert ook kennis en inspiratie op. Al is het maar voor een blog. 

Monnikenwerk is een uitdrukking voor werk dat veel tijd kost en niet zoveel geld opbrengt. Nee financieel word je er niet beter van. Toch is het zeer verrijkend. 

7 antwoorden op “MONNIKENWERK”

  1. Natuurlijk, het is een bestaande uitdrukking, monnikenwerk. Als een monnik werk je gestaag en geconcentreerd aan het ontdekken en het leggen ven verbanden. Toch intrigeert mij die uitdrukking dat iets ‘monnikenwerk’ is en de vraag komt op of nonnen dit type werk ook deden en vooral dan hoe ze dat deden. Welke vragen zouden nonnen zichzelf stellen bij het bestuderen van de gevonden gegevens. En hoe zou dat dan genoemd worden? Nonnenarbeid, nonnengeploeter, nonnen…. Of zouden nonnen meer en vaker op non-actief ingesteld zijn en openstaan voor spontane inspiratie?

    1. Ha Frank, tja je geeft er met het genderperspectief een heel nieuwe dimensie aan. Er is vast veel werk door nonnen verricht dat onzichtbaar is gebleven of als monnikenwerk is gepresenteerd. Zoals het werk van anonieme componisten. Dat is niet alleen een middeleeuws fenomeen. Wat te denken van de ligstoel van Charlotte Perriand beroemd is geworden als de stoel van Le Corbusier? Of van het feit dat taxateur een werk het werk van vrouwelijk beeldend kunstenaars ongeveer half zoveel waard vinden als dat dan mannelijke collega’s (Trouw, 17 augustus 2022)? Maar goed. Deze non ploetert nog even verder.

  2. Niks saaie blog. Vooral informatief op meerdere manieren. Met jouw zelfdiscipline en zorgvuldigheid gaat het vast tot een goed einde komen ;-).

    Hartelijke groet,
    Marca

  3. Waarom doet de monnik zijn monnikenwerk? En waarom doe jij het jouwe? Is het onderwerp zo interessant of gaat het er om jezelf en de wereld te laten zien dat je het kan? Allemaal heel honorabel, daar niet van, maar monnikenwerk heeft een goede reden nodig.

    Hartelijke groet, Michiel

    1. Klopt Michiel, alle handelen heeft een reden. Mijn motief is niet – zoals ik bij monniken veronderstel – goddelijk of spiritueel. Het is vooral nieuwsgierigheid, willen weten hoe het zit. Het gepuzzel zelf schenkt ook voldoening, zeker als er ineens ergens ‘het licht aan gaat’. Ik hoop natuurlijk dat ‘de wereld’ iets heeft aan wat ik uit eindelijk vind. En als het me lukt dit tot een goed einde te brengen ben ik ook trots. Dus ja, er zit van alles in.

  4. Thx voor deze blog. Enne…geen wonder dat dit werk niet samen kan gaan met allerlei les- en vooral organisatietaken. Je hoofd zit vast vol. Iets wat ogenschijnlijk chaotisch lijkt en op honderden manieren te ordenen, en daar dan je keuzes in maken die er ook nog toe doen.… inspirerend werk maar tevens iets wat het summum is van persoonlijk leiderschap als je het mij vraagt 😊 Vertrouwen houden he…

Laat een antwoord achter aan Frank Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.